DEAL GEACCEPTEERD: Mathieu Van Der Poel accepteert contract van 989,9 miljoen De deal zal…
Naast zijn wereldtitels op de weg en het veldrijden, heeft Mathieu van der Poel nu ook de regenboogtrui voor gravel. En terwijl de ster van Alpecin-Deceuninck de Nederlandse vlag hoog hield, was de tweede finisher in het oranje de verrassende Rick Ottema op de 14e plaats, derde als we de wegprofs buiten beschouwing laten.
De 32-jarige Ottema is geen nieuwkomer in het peloton met 13 jaar ervaring op hoog niveau in meerdere Nederlandse continentale teams. Dit jaar was misschien wel het beste in Ottema’s carrière met een 4e plaats bij Muur Classic Geraardsbergen (1.1) en een 16e plaats bij Betcity Elfstedenrace (1.1) eerder die week nadat hij uit de strijd om de overwinning was gevallen.
“Het gaat heel goed, maar ik kan nog niet alles plaatsen wat er is gebeurd”, vertelt Ottema aan WielerFlits. “Afgelopen week was het hectisch met de valpartij bij de Elfstedentocht. Het was misschien niet helemaal verantwoord dat ik aan de start stond van het WK, het was echt een achtbaan. Als je start, heb je wel ambitie. Ik had startnummer 69, dus je start vooraan. De eerste veertig kilometer had ik van tevoren verkend, die waren hectisch. Je hebt een scenario in je hoofd dat het helemaal mis kan gaan, maar in het heuvelachtige gebied merkte ik dat ik zomaar iedereen voorbij kon rijden en de oversteek kon maken van groep twee naar groep één.”
Daardoor reed Ottema met nog honderd kilometer te gaan tussen de grote mannen in de kopgroep. “Ik dacht: wat doe ik hier? Ineens zat ik vooraan in de koers met grote voorjaarsrenners als Stuyven, Merlier en Van der Poel. Op een gegeven moment reed ik dicht op Mathieu, dat was echt gaaf. Ik vroeg me af of hij wist wie ik was en ik dacht na over hoe er een scenario was waarin ik hem kon helpen. Ik zei gewoon tegen hem: als je iets van me nodig hebt, zeg het dan maar. Uiteindelijk reed hij daarna vrij snel weg.”
Ottema zelf zat toen, naar eigen zeggen, in het ‘zelfmedelijdendoosje’. “Toen er een aanval was, dacht ik dat ik niet meer kon meekomen. Maar daarna moesten er velen loslaten en in de achtervolgende groep was ik nog een van de motoren om de boel draaiende te houden. Door een kleine glijpartij en een scheve derailleur verloor ik in de slotfase het contact met de groep die voor de achtste plek reed. Als ik zie hoe dicht ze nog bij de groep van Stuyven komen, doet dat toch wel een beetje pijn. Maar ja, het was een mooie zondag en ik had hele goede benen.”